Hoofdmenu

HET “ GEUZENPAADJE”

Vlak in de buurt kan men over de hei van Vreden naar Rekken het “Geuzepaadje” vinden. Het oude voetpad is op sommige plaatsen begroeid en door groen overwoekerd. Maar wie met zijn voet de begroeiing wat opzij schuift kan de oude uitholling van het pad nog voelen. Dat is uitgesleten door de duizenden voetstappen in sombere dagen; gejaagde voetstappen van angstig omkijkende mensen in tijden van vervolging. Over het Geuzenpad trokken de aanhangers van de nieuwe leer uit het Vredense naar de kerk in Rekken, zoals enkele kilometers verder in omgekeerde richting de zwijgende stoet der katholieken van Nederlands gebied naar Zwillbrock trok.

“Cuius regio eius religio” luidde de stelregel. De overheid zou wel uitmaken welke godsdienst de onderdanen zouden beleven.

 

Omstreeks het midden van de zeventiende eeuw, toen het kapittel van Munster zelf nog niet wist welke kant men zou uitgaan, telde Vreden een naar verhouding vrij groot aantal aanhangers van de Reformatie. Sinds 1630 konden zij hun godsdienst openlijk belijden. Na de vrede van 1648 werd dit echter in het gebied van het bisdom Munster verboden. De mensen mochten in de omgeving blijven wonen, maar om godsdienstoefeningen bij te wonen moesten zij reizen naar plaatsen buiten het bisdom. Zo liepen zij twee uur heen en twee uur terug naar Rekken, waar de predikant van Eibergen om de veertien dagen preekte.

 

Het aantal kerkgangers nam echter zo toe dat Rekken tenslotte een eigen gemeente werd met een eigen predikant. Dat was Heinrich Keitwert, de vroegere Hessische garnizoensprediker van Bocholt.

In 1651 kwam hij in Rekken wonen en hij was daar ook gerechtigd in de mark. De nieuwe gemeente heette “Gemeente van Recken en Vreden”, of ook “Die kercke van Recken, davon der mede gehoren de gereformeerten Ledematen van Vreden”

Op 12 oktober 1651 werd het eerste avondmaal gehouden. Daar namen 30 mensen uit Rekken aan deel en 62 uit Vreden. Naderhand werd de verhouding gewijzigd, misschien omdat aanvankelijk veel inwoners van Rekken hun oude predikant in Eibergen, Theodorus Rumpius, trouw bleven. Later sloten ook geloofsgenoten aan uit Alstätte, Ottensteen, Ahaus, Wullen, Stadtlohn en Südlohn.

 

Als een kostbaar kleinood wordt in Rekken nog de Zilveren avondmaalsbeker bewaard, die Keitwert in 1653 liet maken, nadat hij een gift had gekregen van de graaf van Limburg Stirum, toen heer van Borculo.

De gemeente van Vreden bleef groeien tot 1655, maar beleefde daarna een periode van achteruitgang. In 1665 ging niet één inwoner uit Vreden aan het avondmaal in Rekken, en daarna is het aantal zeer gering gebleven. Oorspronkelijk waren er in Rekken vier Rekkense en vier Vredense kerkeraadsleden. Nu zijn alle acht afkomstig uit Rekken. Maar het getal is gebleven, hoewel elders een gemeente van deze omvang er vier of zes heeft.

In 1755 was in Vreden zelf geen enkele protestant meer. In het kerspel waren nog enkele gezinnen trouw gebleven.  Omstreeks 1800 waren er daar nog twee van over, namelijk de families Gäking en Stomps in Zwillbrock. De familie Stomps komt voor op de lijst van de eersten die uit het kerspel Vreden in 1651 te Rekken aan het avondmaal deelnamen. En nu heeft de predikant van Rekken nog een grenspas in zijn zak om deze zelfde familie als geestelijk verzorger te kunnen bezoeken. De oude vader Stomps is overleden. De schoonzoon, die hem opvolgde, Gr. Obbink uit Eibergen, is Nederlander gebleven.

De protestanten van Rekken en Vreden hebben 172 jaar lang één gemeente gevormd.

Bronvermelding: Het boek “Achterhoek”  van Willy H  Heitling.

 

De foto’s zijn gemaakt in Zuid Rekken, ze  zouden zomaar kunnen dienen voor een klompenpad.

In de geest van het verhaal zeg ik, “Wie weet wat de toekomst brengen moge?”

Henny van Doorn, februari 2020