Hoofdmenu

Grensstenen

Praatje Plaatje

Hoe in de loop der eeuwen de grens tot stand is gekomen.

Jaar 1616: globaal verloop van de grens bekend

De loop van de huidige rijksgrens tussen Nederland en Duitsland wordt in 1616 globaal vastgelegd tussen Haak en Hoek (in de Holterhoek, nabij de Eibergseweg, daar waar nu de huidige gemeentegrens tussen Eibergen en Winterswijk loopt) tot en met Niekerke (op de grens van Gelderland en Overijssel in het noordoosten van Rekken). Het was toen de grens tussen het hertogdom Gelre (onderdeel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) en het Bisdom Münster. Münster had vroeger ook de wereldlijke macht over delen van het huidige Gelderland, maar verloor in 1616 de heerschappij over de heerlijkheden Borculo en Lichtenvoorde. Daarmee werd de huidige rijksgrens globaal een feit. Waar die precies liep werd niet vastgelegd. Het was een relatief onbewoond grensgebied dat door vooral woeste grond liep; over de exacte grens maakte men zich toen nog geen zorgen. Deze grens was meteen ook religiegrens: tussen het Rooms katholieke Münster en het gereformeerde Gelre. Het was nog nauwelijks douanegrens, hoewel hier en daar wel tol werd geheven.

1732: onderhandelingen om exacte rijksgrens te bepalen mislukken

Voor het eerst onderhandelingen over het exacte verloop van de grens tussen Gelre en Münster. Intensievere benutting van het grensgebied leidt tot een stroom van wederzijdse klachten over vermeende schending van de grens. “Steeds vaker ontstaan er onenigheden over het precieze verloop van de grens, met name in de grote veen- en heidegebieden. Landbouwers aan weerszijden van de grens lieten er hun vee weiden, gingen er plaggen maaien en turf steken. Aanvankelijk was er nog ruimte genoeg, maar door het toenemen van het aantal bewoners ontmoette men elkaar steeds regelmatiger in het gebied. Men beschuldigde elkaar dat de grens overschreden werd. Beide partijen meenden rechten te hebben in hetzelfde gebied. Nu gebeurde dat niet uitsluitend aan de grens tussen Gelre en Münster. Ook ‘binnenslands’ kende men dergelijke twisten.” (De grens in de Achterhoek.) Een voorbeeld van ‘binnenlandse’ twisten: die tussen Rekkense boeren en die uit Langelo onder Haaksbergen (m.n. werd er ‘gekrakeeld’ om het huidige ‘Twistveld’ aan de Krakeelsweg). De onderhandelingen lopen op niets uit. Twistpunt is o.a. de ligging van de Hakensteen, in Haak en Hoek, die de exacte grens zou moeten aangeven.

1765-66: Exacte rijksgrens wordt vastgelegd en met grensstenen afgebakend.

Opnieuw wordt onderhandeld en dit keer met succes. Het exacte verloop van de rijksgrens tussen Gelre en Münster wordt bepaald. Niet alleen van Niekerke tot Haak en Hoek, maar nog verder door tot aan Dinxperlo aan toe. Besloten wordt de grens te markeren met grensstenen, gemaakt van Bentheimer zandsteen. Op belangrijke punten komen wapenstenen te staan: met daarop het wapen van Gelre, van Münster of van allebei. Daar tussen komen letterstenen te staan. Met daarop een G (Gelre) en/of M (Münster). In elke grenssteen, zowel wapen- als lettersteen, wordt een volgnummer ingebeiteld, plus het jaar waarin de steen is geplaatst (1766). Grenssteen nummer 1 komt bij Niekerke te staan. De Hakensteen (de steen bij Haak en Hoek) krijgt nummer 48. De laatste steen, nummer 186, is geplaatst bij de Rietstapperbrug in Dinxperlo.

1813 – 1817: Nieuwe machthebbers, houten grenspalen

De Franse tijd loopt ten tijde. Napoleon wordt verslagen. Het Koninkrijk der Nederlanden ontstaat, waar Gelre onderdeel van is. Aan de andere kant van de grens is het Münsterland door het Koninkrijk Pruissen ingelijfd. In 1816 worden tussen beide afspraken gemaakt over de grens. De grenzen van 1765 worden bevestigd. De grens wordt dit keer afgebakend met eikenhouten grenspalen, die ruim 2,5 meter boven de grond uitsteken. Deze worden beschilderd (zwart/wit aan Pruisische zijde, rood/wit aan Nederlandse zijde) en genummerd. Nummer 1 staat aan de Moezel en paal nr 832 komt te staan bij Niekerke, bij de eerder geplaatste Gelders/Overijsselse/Münsterse grenssteen nr 1. De houten palen komen vaak direct naast de oudere stenen grensstenen uit 1766 te staan. Blijkbaar wilde men de oude grensstenen niet meer gebruiken, hoewel de grens niet veranderd was.

1847 en daarna: de hardstenen ‘obelisken’ worden geplaatst

De eikenhouten palen gingen al snel rotten, braken af, moesten regelmatig geverfd worden. In 1847 wordt door de regering van Pruisen en Nederland besloten om de houten palen te vervangen door hardstenen palen van allemaal dezelfde vorm en afmeting: het tijdperk van de obelisk-vormige stenen is aangebroken. Veel van deze stenen stammen uit de regeringsperiode van Bismarck. Ze worden daarom ook wel ‘Bismarckstenen’ genoemd. De vervanging ging zeer geleidelijk. Nog dertig jaar later, in 1875, is sprake van vervanging van een houten paal door een stenen. Ook bij plaatsing van de Bismarckstenen werden de oude stenen uit 1766 vrijwel genegeerd: ze kwamen op dezelfde plaats te staan als de vroegere houten paal, dus vaak naast een oude steen.

1960 en later: oude grensstenen soms verwijderd

In 1960 sluiten Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland een verdrag om de grens te verkennen en eventuele kleine grenscorrecties te doen om de duidelijke loop ervan te verbeteren. Overtollige grensstenen zouden worden verwijderd en waar nodig zouden nieuwe worden geplaatst. Overal waar twee grensstenen bij elkaar stonden, werd er 1 weggehaald. Meestal de grenssteen van 1766. Ze werden gebruikt om elders een grens aan te geven, of gingen naar musea.

 

gp-depruis-nl-831-2004-12-18 gp-depruis-nl-829-2004-12-18 gp-depruis-nl-830-2004-12-18-foto2 gp-depruis-nl-827-2004-12-18-foto2
gp-depruis-nl-828-2004-12-18-foto2 gp-depruis-nl-826-2004-12-18 gp-depruis-nl-825-2004-12-18-nl-oever gp-depruis-nl-825-2004-12-18-bede-palen-vanaf-de-oever
gp-depruis-nl-824-2004-12-18 gp-depruis-nl-823-2004-12-18-foto2 gp-depruis-nl-821-2004-12-18-foto2 gp-depruis-nl-822-2004-12-18

 

Bron: IVN

Foto’s: Het Duits-Nederlandse grenspalen-archief van Nederland