Hoofdmenu

Van Holters naar Hölterman in Rekken

Bijschrift foto:

Van de bebouwing van deze foto is niets meer over. Rekkenaren geboren voor 1950 zouden vanuit hun herinneringen het huis en de bebouwing kunnen herkennen.

 

 

 

Van Holters naar Hölterman in Rekken.

 

De oudste bruikbare vermelding van onze oeroude familie Holters in Rekken is vanaf medio 1700.

Medio 1700 zijn er in Rekken , volgens de kerkregisters van de Hervormde Kerk vanaf 1650 een behoorlijk aantal families met de naam: Holters, waarvan er een aantal op mogelijk op een boerderij woonden met dezelfde naam. Van die boerderijnamen  zijn er drie bekend. De ene was ooit een boerderij tussen de ‘Witte Moat’ aan de Rekkensebinnenweg en ’de Horst’ aan de Holterweg. Vroeger liep er een weg, afkomstig van het erve ‘ Eunk’ langs het gebouwtje ‘Crescendo’, voor de ‘Witte Moat’ heen richting Rexwinkel, de paardensmid aan de Holterweg, die weg is in de omgeving ‘Witte Moat’ sedert de ruilverkaveling in 1970 opgeheven. Die boerderij ‘Holters’ is daar omstreeks 1860 afgebroken en verplaatst naar de hedendaagse Holterweg m.n. het erve: ‘Bart van Bernard van de Meister’, die laatstgenoemde was toen onderwijzer in Rekken.

De hedendaagse Holterweg is dus niet het juiste tracè !!!

De tweede en derde boerderij met de naam: Holters, dat waren de boerderijen aan de Rekkensebinnenweg 19; thans de familie Esselink op ‘Pageboom’ in de buurschap ‘Meerbekkerhook’. Die twee erven hadden de namen respectievelijk ‘groot Holters en ‘klein Holters’.

In 1858 sticht Dieks Holters een boerderij na werving van een stuk markegrond aan de weg naar Haaksbergen, een paar honderd meter vanaf Breukersdreij.

Na 1891 gaat door het introuwen de familienaam: Holters over in de familienaam: Unland en in 1918 wordt het de familie Aarnink op “Hölterman” in Rekken.

 

De bewoners aan de Brökersweg vanaf 1858.

 

De eerste vermelding.

Tot 1858 was er maar één boerderij buiten de “bebouwde kom” van de buurschap (ofwel boerschap) “Meerbekkerhook” in Rekken. Dat was de boerderij met de naam: “de Helle”. Die was daar een aantal eeuwen geleden al gesticht. Volgens de kadasterkaart, gemaakt tussen 1816 en 1823,  is de omgeving buiten die ‘bebouwde kom’ van de Meerbekkerhook overwegend heide en bos dat in het beheer was van de marke van Rekken. Evenzo ook de omgeving van de Brökers­weg.

De in die heidevelden liggende bouwlandkampen (ofwel akkers) waren privé-eigendommen, zoals de aan de Brökersweg gelegen bouwkampen “de Breuker” (aan weerszijden van de Sappegoorsweg) waren toen een eigendom van o.a Kuiper , “de Brooks­kamp” een eigendom van Brooks (ofwel de familie ­Derk ten Broeke) en eveneens de wat verderop richting Haaksbergen gelegen “Hölterkamp”. De “Hölterkamp” was voor het grootste deel  eigendom van de familie Holters op ‘de Hölter’ c.q. ‘Groot Holters’  en het daarachter gelegen klein perceel was van de familie Planten op ‘de Tenker’ in de buurschap: Meerbekkerhook.

 

De eerste boerderij aan de ‘Breukersweg’ was: “Hölterman”, thans Brökersweg 1.

In het kader van de voornoemde verdeling en verkoop van de markegrond in Rekken, verkregen onze voorouders aan de Brökersweg een aantal percelen veldgrond, mogelijk met wat stukjes grasland er in. Het even verderop gelegen perceel bouwland “Hölterkamp” was al vele jaren/eeuwen daarvoor, voor een deel in hun bezit

Omstreeks 1858 bouwden ze aan die Brökersweg, ± 150 meter vanaf de “Breukersdreij” richting Haaksbergen hun boerderij.

De eerste bewoners daarvan was het gezin van de wed. Harmijna Holters-Krabben en haar drie zonen. Ze waren verhuisd van ‘groot Holters’ in de Meerbekkerhook; waar hun voorouders  eeuwenlang  hadden gewoond.

 

Vanaf die tijd verdween de naam “de Hölter” in de Meerbekkerhook uit de volksmond. De familie Holters aan de Brökersweg kreeg in Rekken en omgeving de huisnaam “Hölterman” en de familie Esselink kreeg de huisnaam “Pageboom”. Op de stafkaarten werd die plek nog jaren erna tot 1940 de “Hölter” genoemd.

– *de dichtstbijzijnd buurlui waren: “de Helle” ± 900 m loopafstand of de buren uit de kern van de Meerbekkerhook, zoals “Pageboom”, Brooks” enz. ± 1000 m loopafstand.

 

Bewoners Unland op Hölterman vanaf 1891.

– Omdat de beide zonen Holters (Hendrik en Willemke) het lieten afweten om bij Hölterman in te trouwen, en waar dringend goedkope hulp moest komen,(omdat er geen geld was voor een knecht) werd de oudste dochter Dieke (mijn grootmoeder) daarvoor benaderd.

Zij huwt op 19 juni 1891 erbij in, met Hermann Bernard Unland, geboren 30 oktober 1865 in Nichteren, gem Euding in Duitsland.

 

Hermann Bernhard Unland.

Een fors persoon, bedaard en stil en toch gezagsuitstralend. Zo werd hij ook “omschreven” door de buren en kennissen die hem persoonlijk hebben gekend.

 

Uitbreiding en voortgang op Hölterman.

– In 1903 wordt Herman Bernard Unland  lid van de pas in Eibergen opgerichte Coöp. Zuivelfabriek.

Zijn busnummer is 13. Hij laat een grupstal bouwen met een gierkeldertje, en aanpandend een overdekte mestvaalt en daaraan een schuur voor varkens en opslag van de oogst. Daardoor werd het een driekappige boerderij.

Hij had intussen de “Höltermansplaats” door ontginning ook met enige hectaren cultuurgrond uitgebreid.

Op Goede Vrijdag, 6 april 1917 overlijdt Hermann Bernard Unland in de leeftijd van 51 jaar. Hij was maar twee dagen ziek geweest.

 

Bewoners Aarnink op erf Hölterman vanaf 1918

Tijdens de mobilisatie van 1914 -1918 kreeg Anna Unland  kennis met een in Rekken gestationeerde soldaatkommies Johannes Henricus (Herman) Aarnink, geboren op 18 januari 1891 in Hengevelde, gemeente Haaksbergen.

Door het overlijden van HB Unland en het gebrek aan “bruikbaar mansleuvolk” werd mijn vader gevraagd om erbij in te trouwen met de derde dochter Hanneke. Zij was toen 20 jaar oud. Haar enige broer Bernard was toen nog maar 14 jaar, en eigenlijk nog niet in staat om de boerderij voort te zetten.

Herman Aarnink  was voor zijn diensttijd windmolenaar van beroep. Vanaf 1914 tot 1916 was hij een dienstplichtige soldaat in Doesburg. Daar werd hij door zijn meerderen aangezocht voor de functie van soldaatkommies aan de Duitse grens. Zijn standplaats werd Rekken en zijn kosthuis “de Zwarte Maat” in Rekken, thans Rekkensebinnenweg 24.

Een roomse jongeman in een hervormd gezin! Dat was nieuw voor beide partijen.


 

Bewoners Herman Aarnink en Hanneke (Anna) Unland.

– Op 15 november 1918 huwden mijn ouders. Mijn vader had zijn ontslag van soldaatkommies aangevraagd en gekregen. Hij wilde niet verder als douane-beambte, maar zijn beroep van  windmolenaar weer oppakken en daarnaast de boerderij bijhouden totdat misschien zijn zwager Bernhard zover was.

Zijn zwager en huisgenoot: Bernard Unland, als regel ook de opvolger van het stamhuis, gaf in 1920 te kennen geen boer te worden op “Hölterman”, maar dat hij het molenaarsvak wilde leren.

Uit dit huwelijk worden 6 dochters en 1 zoon geboren.

 

Bewoners Jan Aarnink en Annie Engelberts.

Jan Aarnink is de enige zoon en opvolger van het stamhuis werd door gezondheidsklachten van zijn vader al jong betrokken bij het boerenbedrijf.

In 1955 wordt er voor de oude boerderij een nieuw woonhuis gebouwd en in 1956 treedt Jan Aarnink in het huwelijk met Annie Engelberts.

Het bedrijf gaat met de tijd mee en bestaande bebouwing verdwijnt en maakt plaats voor nieuwbouw en verbouw.

Uit dit huwelijk worden 6 kinderen geboren, 2 jongens en 4 meisjes.

In  1972  wordt er een  keuze gemaakt: We stoppen ermee. Jan  kreeg een baan bij de Streekschool Twente een functie van conciërge en in oktober 1972 zijn we verhuist naar Borne.

 

Bewoners fam.Hoogmoed vanaf 1972

In 1972 wordt de boerderij ,,Hölterman “ verkocht aan fam. Hoogmoed uit Hengelo. Zij zijn uitgekocht voor stadsuitbreiding en Nico met zoon Gerard nemen graag de uitdaging aan het bedrijf aan de Brokersweg voort te zetten.

Gerard Hoogmoed trouwt met Joke en uit hun huwelijk worden 3 dochters en een zoon geboren. Door het plotseling overlijden van Gerard van Hoogmoed neemt zoon Mark zijn verantwoordelijkheid en samen met zijn moeder zijn zij de huidige bewoners die de bedrijfsvoering van een melkveebedrijf  op erve ,, Hölterman “ voort zetten.

 

Foto: Annie Kok – Papenborg

Tekst: Heren Aarnink (sr. en jr.)

Mei 2017